De wind waait om oude torens
van het kasteel,
Het is nacht, de gitzwarte vogel
loert naar binnen,
zich voedend aan de eenzame ziel
De wind waait om oude torens
van het kasteel,
De bergen en dalen die hem omringen
houden de storm en de nacht vast,
en houden de vogel waar hij zit
De wind waait om oude torens
van het kasteel,
Maar als wij elkaar zouden omhelzen
vliegt de gitzwarte vogel
de nacht en storm in,
opgaand en smeltend
in de warmte van de opgaande zon.