Waarom heb dat nuweer gezegd
In mijn hoofd klonk het nochtans zo mooi
Waarom komt het er dan zo stuntelig uit
‘k verknoeide het weer eens
Bij de jongen van mijn dromen
’t Klonk zo mooi
Maar ’t mocht niet zijn
‘k Wil niet blijven dromen
Ooit op een dag
Zeg ik tegen mezelf
Zal hij me wel zien staan
En dan,
Dan leef ik gewoon door
Waarom verknoei ik het dan steeds weer opnieuw
’t Klonk zo nochtans zo mooi