Iemand zo mooi als jij,
geurend als de lentebloesem,
een engeltje in een helder wit verpleegstersuniform,
met mooie witte haren,
en je gezichtje oh zo gaaf.
Je glimlach,
een warme gloed op mijn gezicht,
helderder dan de zon.
De manier waarop we met elkaar omgaan,
lief en vertrouwd,
alsof we elkaar al jaren kennen,
en we met elkaars gezelschap,
de ander vanbinnen verwarmen in deze winterkou.
Je deelt zelfs jouw geheimen,
moeiteloos met mij.
En toch...
Iemand zo mooi als jij,
kan ik alleen maar wensen,
of van dromen.
Telkens ik in je ogen kijk,
dwaal ik samen met jou,
weg naar een andere wereld.
Daar durf ik jou mijn gevoelens verklaren
bij het helle licht van een volle maan.
Daar durf ik met mijn vingers door je haren strelen
en zachtjes je lippen met de mijne aanraken,
terwijl alles rondom ons stil wordt
en we verstrengelt in elkaar
héél eventjes 1 worden.
Maar je bent als een onbereikbare droom voor mij.
Een fonkelende ster in de donkere nacht,
die ik nooit zal kunnen aanraken,
want iemand anders houdt van jou.
Daarom koester ik de gedachte aan jou diep vanbinnen,
daarom vertel ik niemand wie je bent...