Lieve jongen, als het nog eens zoals vroeger was,
altijd maar buiten spelen, stampen met je laarzen in een plas.
Je was zo jong, vrolijk en blij,
met een ding niet hebbend, en dat was iemand aan jouw zij.
Je kreeg altijd wat je maar hebben wilde,
drinken als je dorst had, voedsel die je honger stilde.
Een pappa een mamma, die al je wensen vervulden, en dat maakte je blij,
alleen maar een ding dat je niet had, en dat was iemand aan jouw zij.
Je had geen dingen zoals heimwee, en zenuwen zo hard als een kei,
er was maar een ding dat je miste, en dat was iemand aan jouw zij.
Toen ging je het zoeken in andere dingen, die liefde, de troost en het geluk.,
maar in plaats van dat ze je beter maakten, ging je van binnen stuk.
Je kreeg het zelf door, en dat gaf je weer kracht,
ook al huil je soms veel liever, als dat je lacht.
Langzaam moet het helen,
het is nou eenmaal niet meer zoals vroeger, dat onbezorgd buitenspelen.
Maar ook al ben je vaak niet zo blij,
er is een ding dat je nu wel hebt,
en dat is iemand aan jouw zij.
Smascha