Denken doe ik alleen nog maar aan jou.
Dat is omdat ik van je hou.
Kijken doe ik alleen nog maar naar jou.
Dat is omdat ik van je hou.
Kussen doe ik alleen nog maar met jou.
Dat is omdat ik van je hou.
Spelen doe ik alleen nog maar met jou.
Dat is omdat ik van je hou.
Vrijen doe ik alleen nog maar met jou.
Dat is omdat ik van je hou.
Gelukkig worden wil ik alleen maar met jou.
Dat is omdat ik van je hou.
Oud worden wil ik met jou.
Omdat ik zielsveel van jou hou.