Ik wil weg, is alles wat ik dacht,
maar hoe, het is de rottige mensheid die me hierheen bracht.
Ik schreeuw en huil en roep om mijn recht,
ben ik hier in dit land dan de enige die om zijn vrijheid vecht?
Ik stamp tegen een hek, en hij valt om.
maar meteen wordt ik door de anderen tot orde geroepen, kom man, hou op, doe niet zo stom!!!!!!!!!!!!
Ik luister niet en ren naar de deur,
ik ga hier weg, ik vlucht naar een wereld vol liefde en kleur.
Ik hou het niet meer vol, dit is zelfs niets voor honden,
maar toen waren het ineens weer die beruchte mannen die voor me stonden.
Ze hadden tranen in hun ogen, maar lieten me niet gaan,
alsjeblieft grote meid, ga weer op je plekje staan.
Ze lijken wel gek, ik laat me niet vermoorden,
wij waren het toch niet die de orde verstoorden?
Wij deden niets, maar krijgen toch de straf,
en waarom, moet ik dood door jullie angst? Zijn jullie echt zo laf?
Laat mij toch leven, al kost het een spuit,
laat me leven, of laat me hier uit.
Toen was het zover, en ze kwamen mijn woning binnen,
zo, het zit er alweer bijna op vandaag, dus laten we maar meteen beginnen.(zeiden ze)
We moeten in een rij, en worden meegevoerd naar die ene plek,
het enige wat me nu nog scheidt van de dood is een spijlenhek.
Daar gaat de eerste al, ze gaat pijnloos en snel,
maar ik zag die laatste blik van angst in haar ogen, en dat maken mijn laatste gedachten tot een hel.
Nog negen wachtenden voor me, nu gaat het vlug,
ik kan niet voor of achteruit, nu kan ik echt niet meer terug.
Nog maar zeven van ons te gaan, en er rijst een huilbui op,
nog maar zes te gaan, ik krijg een stempel op mijn kop.
Ik wrik en stamp, ik sta het gewoon niet toe,
nog maar vijf wachtenden voor me, de angst verlamd mijn benen.
Glimmende ogen die het werk doen, zouden ze het echt menen?
Zouden ze me zomaar vermoorden? Hier op deze plek?
Dat kan toch niet zomaar? Dadelijk spuiten ze me gewoon lek!!
De laatste drie die voor me staan, ik wil het niet meer zien,
wat ik ook gedaan zou hebben in mijn leven, ik weet dat ik dit niet verdien.
Daar gaat er weer een, van de onmacht zwik ik door,
hij zegt tegen de ander dat ze iets voorzichtiger moeten doen, want anders ontstaat er zo'n bloedspoor.
Dit kan toch niet waar zijn? De laatste voor mij vertrekt,
Ze slaan haar hard op haar rug omdat ze zo onrustig is, waardoor ze ook nog eens een spier verrekt.
Maar het is al te laat, de pijn in haar is al verdwenen,
ze werpt mij nog een laatste blik toe, en zakt dan door haar benen.
Ik ben aan beurt en loop verzwakt op ze af,
ik kan niet meer huilen of schreeuwen, ik kan het niet meer ontlopen, die door hun gecreƫrde straf.
In een allerlaatste poging kijk ik naar hem op, en spreek hem nog even heel zachtjes toe:
"ach,laat mij nou niet boeten voor jullie daden", ik ben tenslotte ook maar een onschuldige koe".
Smascha