Zittend in de klas kijk ik door het raam,
laat m'n gedachten één voor één gaan.
Zie beelden voor me van vroeger en van pas,
weet dat het voorbij is en niet terugkomt,
zie in dat alles niet meer is zoals het was.
Vragen van toen duiken op in m'n hoofd,
vragen waarop ik het antwoord nog steeds niet weet.
Toch zou ik zonder antwoord verder gaan, zoals beloofd,
maar door nu zo door het raam te kijken,
neemd het verleden me weer beet.
Vanaf nu af aan vervloek ik daarom aanlokkelijke ramen
en zal ik voortaan verder de lector beamen.