Vanmorgen schrok ik wakker
onzeker en vol twijfels
ik raak nooit een druppel alcohol aan
waarom was ik dan zo bang
van die fluoriserende oranje man
met zijn zwaaiende oranje stok
die beweerde dat ik te diep
in het glas had gekeken
en vroeg om in zijn zakje te blazen
wegens roekeloos gedrag?
Wat kon ik er aan doen
dat ik een ommetje wou maken
deze nacht
en dus niet per trein, maar met de fiets
niet naar school, maar naar de zee
via Vlaamse steden, pakte overal iemand mee
ben gedroomd?
en dat de zee niet plat was, als een pannekoek
maar bolde als een bol vanille-ijs
en dat ik, als chocoladesaus
roetsj de dijk afging
mijn dame-blanche tegemoet
...