Mooie, mooie tijd waar ben je gebleven?
Toen we zonder zorgen in schemer leefden
Weg uit het donker loop je naar het licht
Maar dromen verblinden al komen ze inzicht
Een vaag gevoel van onbehagen
Lijkt je steeds weer uit te dagen
Tot het zoeken naar meer geluk
Maar waar je zoek je loopt er stuk
Nooit geen water bij de wijn
Maar ergens moet het beter zijn
Gedachten dwalen waar je niet kan gaan
Ze zijn fataal als ze blijven bestaan
Probeer maar om ze te vergeten
Of het ooit lukt? – Je zal het toch nooit weten
Verstrikt in web van verwarring
Leidt elke beweging tot verstarring
Want als de knoop al is doorgehakt
Hoe dan de losse einden aangepakt?
Twijfel wordt je enige zekerheid
Je wilt het hebben, maar bent het beter kwijt
Je moet keuzes maken, maar kan niet kiezen
Je wilt niet winnen, maar niet verliezen
Je weet dat de hoop waar je nu op drijft
Niet eeuwig bij je blijft
Ooit zal ook jij moeten bekennen
Dat je verdrinkt in je eigen ellende
Op zoek naar wat je hoopt te vinden
Wist je maar waar je moest beginnen
Als een zwerver dwaal je in het rond,
je zou niet eens herkennen als je vond
Ik zie jouw problemen ze zijn die van mij
Let op mijn woorden ik ben ze voorbij
Van de rand waar jij nu staat
Weet ik hoe het jouw vergaat
Vraag nu hoe het mij verging?
Mooie tijd, je staat er midden in!