Stad, levend wezen, met kloppend hart.
De grote weg is jouw slagader.
Aan deze stroom staat een bankje
met een klein meisje erop zittend.
Ze kijkt hoe het hart van Stad
klopt. Mevrouw met die niet zo
gezond klinkende auto,
maakt het iets uit dat ze wanhopig
probeert haar vingers
op de pols van Stad te krijgen?
Meneer de buschauffeur van lijn 1,
heb je het te druk om te checken
of ze iets voelt van de hartslag
waar jij wel deel van uitmaakt?
Zou je afvragen? Zou je afstappen?
Fietser, waar je ook naar toe moge
gaan, ook al zie je een Miriam, zou
je haar vingers leiden naar de pols
van Stad?
Of kan ik hier voor altijd blijven
zitten op een bankje aan de slagader,
onzichtbaar en nietig voor
Stad, leven wezen, met kloppend hart?