Hoog loopt de spanning op
de druppel is de rand allang gepasseerd
maar koppig blijft hij daar rustig hangen
net of hij zich tegen de uitbarsting verweerd.
Schud nog even na
hij vermenigvuldigt zich tot twee
voedt zich tevreden met mijn lijden
'Val toch gauw! Ik wil hem niet kwijt!'
Loopt hij daar zelfgenoegzaam
ik zeurend om een liefde die niet eens leeft
levend in een illusie van zacht dons, roze veertjes?
Ik klim straks wel op die ladder en
TREK hem er vanaf, voor zover hij bestaat.
* 'Valt hij? JA! Van de dubbele rand!'