Je wilde me niet kwetsen,
oh nee, natuurlijk niet,
en waarom doe je me dan,
toch zoveel vedriet?
Meis, verdomme, ik dacht
je echt te kunnen vertrouwen,
maar ik had het kunnen weten,
je kon je mond niet houden.
Je beste vriendin, alla,
dat snap ik dan nog best,
maar al die anderen, meis,
ben ik nog nie genoeg gepest?
Je zegt dat ik moet gaan praten,
maar och, dat kan jíj toch zo goed?
Dus laat me maar alleen
en praat met wie je praten moet.