Geluk.
Als het leven je niet heeft gebracht,
wat jij van het leven had verwacht.
Ga dan eens één avond niet slapen,
blijf eens wakker voor één nacht.
Bedenk wat de oorzaak zou kunnen zijn,
van jouw teleurstelling en pijn.
Want als je zo in het donker ligt,
wordt alles glashelder in een licht.
Als je zo dan stil je bed inkruipt
en de regen van het dak afdruipt.
Bedenk dan zo liggend op jouw rug,
er slapen ook mensen onder een brug.
Die zwerven van hot naar her
en altijd is het een brug te ver.
Sommigen zijn niet meer opgestaan,
omdat ze van de kou dood zijn gegaan.
Bedenk dan in jouw grote warme bed,
heb ik mijn wekker wel op tijd gezet.
De wekker die jou wakker schudt,
omdat jij ongelukkig mens bent ingedut.
De mens die nooit heeft verzwegen,
dat hij te weinig geluk heeft gekregen.
Die elke ochtend opstaat in mineur,
vanwege altijd weer diezelfde sleur.
Die alleen denkt aan de nare dingen
en de vogeltjes niet hoort zingen.
Die absoluut alleen wil weten,
dat het geluk hem weer is vergeten.
Weet je wat het is beste man,
geluk is, dat jij werken kan.
Dat je gezond bent van lijf en leden,
en er geen ziekte is opgetreden.
Als je zo liggend in je warme bed,
al je zorgen even opzij hebt gezet,
Dus even stopt met je zelfbeklag,
wees dan blij dat jij zo leven mag.
Er zijn mensen, die al een hele poos,
gaan slapen in een kartonnendoos.
Waarbij ze rillen van de kou
en denken aan het warme bed van jou.
Ja, die mensen hebben geen geluk,
Hun hele toekomst die is stuk.
Ze hebben geen tijd voor zelfbeklag,
zelfs als je onder een brug niet slapen mag.
Ze vinden het niet eens verkeerd,
dat de politie dit niet accepteert.
Dan krijgen ze brood en warme thee
en valt de politie voor hun wel mee.
Maar om negen uur is het einde pret,
dan wordt hij weer op de straat gezet.
Hij is dankbaar voor die ene nacht,
die het geluk hem heeft gebracht.
Dankbaar voor die twee koppen thee
en die lekkere boterham met kaas.
Dankbaar voor één nacht een warme cel,
Dankbaarheid, ja dat kent hij nog wel.
Hij verlaat het bureau met een voldaan gevoel
en laat die dag de boel de boel.
Die dag kan voor hem niet meer stuk,
één warme nacht, dat noemt hij geluk.
De kou is helemaal uit zijn botten,
fluitend loopt hij door de stad.
De wereld mag van hem verrotten,
dit geluk heeft hij alvast gehad.
Dan gaat hij voor de nacht invalt,
terug naar zijn kartonnen doos.
Maar de slaap wil maar niet komen,
nee, dat duurt nog een hele poos.
Als de agent die nachtdienst heeft,
zich opweg naar de brug begeeft.
Dan heeft de dood hem reeds verlost,
van kou en pijn honger en dorst.
Zo sterft een mens eenzaam in de nacht
en jij, ja jij, jij denkt dat het leven,
jou geen geluk heeft gebracht.
Denk hier dan maar eens even aan,
VOOR HET SLAPEN GAAN.