fluittonen door de mist
mijn passie zweeft
met nevelslierten mee
aangetrokken door
moerasgebied, geen stranden
of wuivende palmen, nee
kunnen mij verlokken
modder aan mijn voeten
de geur van humus
boom - tak knak -
ik houd van bomen
van kleine geluiden
die ik vinden kan als ik focus
wild gebleven mijn zwak
verborgen achter lover
ben ik niet open als
de zee, als oceaan
niet zo onstuimig ik
ik rol niet aan, niet op, niet over
om weer te verdwijnen
en terug te gaan
verder en dieper wordt
herhaling doorgegeven
het tuitelen van gevederte
het vrijen, het scharrelen
het wemelen
dan drink ik korte teugen
en luister sappen leven