de sneeuw viel vannacht in het duister
zacht ritselend, als jouw gefluister
voetsporen verschenen
en waren weer verdwenen
toch bleef het spoor bestaan
in het plotselinge schijnsel van de maan
de sneeuw fluisterde voort
af en toe door krakend hout verstoort
ik raakte er niet op uitgekeken
op die warme witte deken
Je naam schreef ik met mijn schoen
sneeuw op m'n lip, een natte zoen
gefluister in m'n oor
jouw stem die ik hoor
stilte, warmte, schoonheid,
bedtijd..