ik trek de deur achter me dicht,
de vroege ochtendzon danst op de glanzend witte sneeuw.
Huizen gaan voorbij,
bomen laten hun takken laag hangen,
alsof ze mijn gevoelens raden,
en het verdriet willen verzachten.
Een vlinder fladdert in de lucht,
de eerste prachtige vlinder,
maar mijn ogen zien haar schoonheid niet.
Blind voor alles wat mooi is.
Een nachtegaal zit op een tak van een oude boom,
en fluit zijn mooiste lied,
maar mijn oren luisteren niet naar zijn lied.
Doof voor alles wat mooi is.
Een prachtige vlinder,
het mooiste lied,
geschenken die ik jou nooit meer zal kunnen geven