Het bos verzamelt ijverig groen
Om aan haar status te kunnen voldoen
Vol knoppen als rozijnen tepels
Waaraan bloesems zullen zetelen.
Zonnestralen lekken door de takken heen
En omranden schaduwen met een geel
De vroege wandelaar met hond verjongt zich
Bij het koesteren van dit bossige uitzicht.
Het bos ademt met serene stilte
En is wars van alle gilte
Een hertenkoppel speelt verstoppertje
Het jong stoeit in een lommertje.
De wind kietelt de jonge blaadjes
Die zorgvuldig de jonge bloesems verbloemen
Het bos lokt met haar deodorant de zomer.