Toekomstsprookje ( Deel 1 )

Levensdeelklok

1

De gedachtenwisser stond al veertig jaar aan

Het moest uit mensengeheugen worden gewist,

- in het verleden was het verkeerd gegaan,-

voor lange tijd door Kréos ruimte beslist.

2

In de ruimte zoemde dag en nacht

de wisser van bepaalde hersencellen.

En over vijf jaar werd verwacht

dat niemand het nog na kon vertellen.

3

Het was ongeveer vijftig jaar geleden

dat alle levensdeelklokken moesten verdwijnen.

Er waren enorme fouten opgetreden,

en werden verwijderd uit alle magazijnen.

4

Eén levensdeelklok hadden ze over het hoofd gezien.

Tiess, de zoon kwam ermee bij vader aangelopen

met een kastje van een centimeter of tien.

De geurdeur naar ‘t vertrek ging als vanzelf open.

5

Kijk eens vader, wat ik hier gevonden heb,

tussen de veranderklover en verplaatszonde,

onder de verdwijnrotor en tijdestep

heb ik dit gekke ding gevonden.

6

Vader knipperde één maal met zijn ogen.

‘t licht in de kamer brandde in alle hevigheid.

O, Tiess, zei hij, ik kan het niet geloven…

dat ding is nog voor jouw kindertijd.

willemmien