>midden in de nacht
>rond half acht
>Ik hoorde iets zachts
>Het leek wel een lach
>
>Ik ging naar buiten om te kijken
>Maar ik zag nieks
>Iedereen was plijten
>
>Ik ging terug naar binnen met de deur op een kier
>Ik hoorde jasper roepen, Goh wat een klier
>Ik hoorde voeten stappen
>Eest zacht en een giechel lach
>
>Het kwam steeds dichter bij
>Ik keek om me heen, stuk of 10 x op zij
>Het stopte voor de deur
>Ik kreeg een kleur
>
>
>De angste groeiende
>Het vuren van binnen gloeiende
>Mn benen trillend en al
>Liep richting de hall
>
>Ik zag een meisje met een beer
>Naast haar stond een meneer
>Ik keek haar aan
>Ik zag een traan
>
>Ze lachten lief
>Maar die man die keek vies
>Ik schudden met mn hoofd
>Ik dacht dit is allemaal bij geloof
>
>Ik liep naar hun toe
>Stuk bij stuk, voet bij voet
>Steeds dichter bij
>Ze stonden nog steeds zij aan zij
>
>Langzamer verdwenen ze
>Ik wou mn hand uit strekken
>en weg waren ze
>
>Het meisje van 8
>Met die lieve lach
>Was het droom in die nacht
>Of was het echt waar, dat meisje met die lieve lach