DE VERLEGEN KONINGIN
Er was ereis een koningin
die was heel erg verlegen.
Niet in ‘t paleis bij haar gezin
maar bij het plichten plegen.
Zij bloosde en zij stamelde.
Zij knipte naast de linten.
Verwarde Jonkheer Haemelde
met Freule van der Bhinten.
Zij droeg een hoofddoek om heur haar.
Zij droeg dus nooit een kroon.
Zo’n kroon vond zij, dat stond zo raar.
Zij deed het liefst gewoon.
Hoera, daar komt de koningin!
Maar niemand zag er iets.
Alleen een huisvrouw met een kin
die beefde, op de fiets.
Zij was helaas niet, zacht gezegd
maar dan ook van geen kant
voor koningin de wieg gelegd.
Zij faalde faliekant.
Toen raadde haar een zekere keizer:
‘Als je niet wordt herkend
benoem een koninginnewijzer.’
Dat werkte eminent.
En was zij eenmaal aangewezen
dan riep het volk: ‘Hoera!
Daar staat zij! ’t Is niet die, maar deze!
Lang leve Minima!’