Het is koud en leeg in dit omhulsel
Dit huis dat vol van liefde en vertrouwen was.
Nu heerst een kilte die geen vuur nog kan verwarmen
De eenzaamheid voelt als een zware mantel
Het leed verborgen onder een mom van kracht
Mijn dapperheid een masker, een façade
Heimwee naar hen die ik bemin
Is als een pijn die maar niet overgaat.
Wanneer kan ik de bureaucratie ontvluchten
Die mij hier opsluit als ware het een cel
Of heb ik nu al levenslang gekregen?