Soms lijk je op een Zonnegod.
Die houdt ook niet van haat
Die laat zich niet regeren
Die kiest zijn eigen ritme
En zal elk bevel negeren
Hij laat zich door niemand leiden
Niemand krijgt hem uit de lucht
Niemand kan zijn reis doorbreken
Niemand krijgt hem op de vlucht
Heel soms is hij chagrijnig
Dan zie je hem even niet
Heel soms huilt hij regendruppels
Om een geheim verdriet
Maar meestal lacht hij zonnestralen
Als een gelukkig kind
Die zich nog in een wereld
Van onwetendheid bevindt
Soms lijk ik op een Maangodin
Die waakt over de nacht
Die een late wandelaar begroet
Met een denkbeeldige lach, maar ook
Een eeuwenoude heerser over eb en vloed
Soms schijnt ze als een sikkel
Soms hoor je haar fluisteren
Zij speelt heel graag verstoppertje, en
Soms lukt het haar de Zonnegod te verduisteren
Jij bent een Zonnegod
Ik ben een godin van de maan
Wij kunnen elkaar nooit bereiken
Al reizen we de zelfde baan,
Want als ik opkom, moet jij ondergaan!!