’t Waren hun woorden die me aanspraken,
om tot ’t heldere dodenlicht te raken.
’t Was de wanhoop in hun ogen,
en de woorden die tegen me logen.
’t Was meer dan alleen ik, ’t was ook jij.
En ook een heel klein beetje heel dit zinloos leven.
waardoor ik deze afscheidsbrief heb geschreven.
Hoe ’t verder zou gaan … God mag ’t weten,
al ligt de dood op mijn geweten.
Eens ik hier boven jou hoofd zal zweven,
blijven mijn herinnering in jouw leven.
En ik weet zeker dat je er onder lijd,
maar mij raak je niet meer kwijt.
Vaarwel tot weerzien,
of tot hier boven misschien.