Donkere wolken bedekken een volle maan.
Achter de wolken schijnen de sterren als nooit tevoren.
Er steekt een koele bries op, de wolken vergaan.
Het heldere licht van de sterren fonkelt in je ogen.
Niemand die iets zegt, na enkele seconden weerklinkt een stem.
Het is jouw stem die mijn naam roept.
Er valt weer een stilte, mijn ademhaling versnelt.
Eindelijk trek ik mijn mond open, maar krijg geen woord gezegd.
Je kijkt me aan met je bruine ogen,
ik verstijf helemaal.
Daar zijn de wolken weer. Het licht in je ogen vergaat.
Ik durf nu pas een woord te zeggen. Ik zeg je naam en verval weer in een stilte.
Het duurt niet lang of je neemt het woord terug. Je woorden, al kan niemand ze herinneren,
raken het diepste van mijn ziel.
Ademhaling verstokt, hartslag verzwakt, wolken verdwijnen, licht fonkelt.
Een klap op de grond weerklinkt.
Een lijk wordt zichtbaar.
Daar lig ik.