Waarom toch?
Waarom toch kwam je in mijn leven
als je wist dat je weer zo snel zou verdwijnen?
Waarom toch heb je je aan mij gegeven,
om mij vervolgens zo weg te laten kwijnen?
Waarom toch liet je me van geluk en liefde dromen,
terwijl je wist dat je me het nooit kon geven?
Waarom toch moest je in mijn leven komen,
om mij vervolgens zoveel pijn te laten beleven?
Waarom toch maakte je alles stuk,
en liet je dit wonder helemaal verbleken?
Waarom toch liet je me huilen van geluk,
om vervolgens mijn hart voorgoed te breken?
Waarom toch?