Gedachten.
Ik loop op het strand langs de zee,
en tuur naar de overkant.
Ik heb een stok met me mee
en schrijf jou naam in het zand.
De zee doet je naam weer verdwijnen,
zo snel als jij ging van mij heen.
Zul je ooit weer voor me verschijnen?
Mijn hart voelt aan als steen.
Mijn gedachten dwalen af naar jou,
jij die niet meer bij me bent,
jij waar ik nog steeds veel van hou,
die me van binnen en buiten kent.
De wind blaast door mijn haren,
zoals jij door mijn haren streek.
Hoe ik me bij jou voelde is niet te verklaren,
als ik in jou ogen keek.
Ik loop weer terug het duinpad op.
Mijn gedachten nog steeds bij jou.
En als ik aankom bij de top,
weet ik dat ik nog steeds van je hou.
Voor jou die er niet meer bent bij mij,
voor jou deze woorden opgeschreven.
Het is een feit ik ben weer vrij,
en daar zal ik mee verder moeten leven.