Het licht
Ik zie het licht daarbuiten,
hierbinnen is het schemer,
ondanks de regen langs de ruiten,
ik doe mijn ogen dicht,
neerzijgend onder al dat gewicht.
Ik bezie het leven van boven,
hierbinnen is het schemer,
en moet anderen loven,
en ben jaloers,
op hun juiste levenskoers.
Ik zie het leven van binnen,
ik kom langzaam bij zinnen,
de schemer trekt weg,
en ik kijk over de heg,
naar het groene gras bij de buren,
en mijn eigen leven tussen grauwe muren.
Ik wil, nee ga er iets aan doen!
want ik wil niet meer terug naar toen.
Gegroet jij zielig mens,
wordt gelukkig is mijn wens.