Traag, opervlakkig.
Als een brandende sigaret op een geketend lichaam.
Brandende pijn kruipt langzaam omhoog.
Ik kan niets doen, niets zeggen, enkel volgen en hopen.
Haat hoopt zich op maar er is geen reden.
De Koude haken met hun eindeloze, onbreekbare ketens scheuren mijn spieren.
Ik neem de enige uitgang waar ik in kan, mezelf.
Maar ik ben niet welkom, in een eideloos gevecht is het gevolg.
Dagen, weken, maanden gaan voorbij maar het gevecht gaat door.
Eindeloos hoopt de pijn op, de ketens sluiten zich dichter en dichter rond mijn lichaam.
Ik wil opgeven, stoppen, maar ik kan niet...ik mag niet.
Worstellen met duizenden keer mezelf, maar ook ik geef niet op.
Maar dan is er die dag dat ik weg ben.
Zomaar.
Plotseling.
Dan pas zie ik hoe diep ik verdwaald ben tussen mijn gedachten.
Wat doe je dan?