De kraai kijkt over mijn schouders mee,
hangt met zijn pootjes aan de punt van het gordijn
dat slap ligt in de bek van de reiger
die de vurige vissen bespiedt.
Voor het ontbijt.
De kraai krijgt veel te zien vandaag,
het gordijn wordt zwaar en nat, door de reiger
die heel lang op één poot kan balanceren
en de vissen hebben er geen.
Want ze zwemmen.
De kraai voelt zich heel erg groot vandaag,
want hij vliegt boven mij uit.
Heel trots,
omdat ik van boven toch veel kleiner ben.
Dan ik net leek, daar op de grond.