Optocht uit het niets
Groot is de vogel die zijn vleugels openslaat.
Uit de leegte ontstaan en de gedachten ontmantelend.
Als een razende bergstroom die elke korrel wegspoelt,
overheerst de zwarte gedaante en sleurt alles mee.
Zelfs de dansende vrouw in de donkere jurk
kan haar schoonheid niet bewaren.
Verdronken in een nieuwe wereld,
met een stilte die nooit eerder is gezien
en nooit nog zal wederkeren.
Verbroken door een akelige kreet en grote klauwen.
De gedaante verdwijnt, met grote vleugelslagen,
weer in de leegte van voordien.
Het donkere gat wacht, met veel geduld,
op een nieuwe optocht, want deze zal komen
en net zo eindigen als al de vorige.