Ik zie de natte wangen in de spiegel
de handdoek binnen handbereik
herfst in mijn hoofd
je had genoeg van mijn gezeik
Ik zie de rooie ogen in de spiegel
ik heb het weer eens verpest
winter in mijn ziel
ik zag alleen mij, daarna de grote rest
Ik zie het witte gezicht in de spiegel
zittend als een miezerig hoopje verdriet
lente in het park
maar buiten ben ik niet
Ik zie de swcherven van de spiegel
wanhopig geijsbeer
Er zitten nog steeds bloemknoppen in mijn hart
maar ze water geven wil je niet meer