Jij en ik,
wij vormden samen één
en ons,
ons zag je nooit alleen.
Wij waren als vrien en vriendin,
als frietjes en zout,
als zee en zand,
als hemel en wolk,
ons kon je gewoon niet schijden.
tot op een dag ........
Op een dag liep jij met iemand anders,
op een dag liet jij mij in de steek.
Op die dag was al mijn moed gezakt,
op die dag wilde ik niets liever dan in jou armen liggen,
op die dag, had ik zin om er een ende aan te maken,
en at was het enige waar ik ziin in had.
Weken later zag ik je naar mij toe koen,
een gevoel van verlangen kroop van mijn kleinste teen,
tot het uiterste stukje van mijn oor.
Je wam naar mij, je kwam naar mij
toen heb ik je nooit meer losgelaten,
toch ben ik altijd bang geweest dat je me weer zou laten
zitten voor een ander..
Als dit zou gebeuren, overleefde ik het niet.