De dood,
het klinkt zo mooi,
zo duister,
zo bevrijdend,
het lot,
doet zijn gooi.
Gebroken,
het leven,
zijn hart,
mijn hoop,
1 uitweg,
de dood kan het me geven.
Hopend,
wacht ik,
op hem,
de dood,
komt ie?
ik wil dat ik stik.
Gekregen,
van hem zoveel kracht,
niet meegenomen,
achtergelaten,
nu niks over,
nooit meer zijn lippen, zacht.
Het leven,
niets waard,
mijn eigen schuld,
aangewakkerd,
meer pijn,
heb het uitgemaakt.
De uitweg,
heeft hij gevonden,
vanwege mij,
mijn deprisiviteit,
heeft hem gepakt,
niets wat wij konden.
De dood,
het klinkt zo mooi,
zo duister,
zo bevrijdend,
het lot,
doet zijn gooi.
Nu,
geen hoop,
hij weg,
door mij,
ik kapot,
hij foetsie,
wat een pech.
Binnekort,
ik weg,
geen pijn meer,
licht,
bevrijd,
geen pech,
geloof,
nieuwe liefde.