schoonste
dra zien welkander weeder
ende wederom elkander
dan blijcken wij nog schoonder
ofschoon niet zijnde schrander
dan vlieden nimmermeer
de tedre zielsbeminden hene
eens wij immer zijn tesamen
ende verre van alleene
ach, eer die tijd gekoomen
is ten daage onzer vreugd
ende verre van des menschen droom
welkene uw verheugt
omvange mij de leeghte
en verlanckt u, teerbeminde
dien ik nimmer noch vergeete
zoeck, ten eynde tgeen te vinden
waarnaar menigeen zou smachten
doch nu sterve ick in traanen
en verdrincke in tverwachten
ik en kan’t niet langher aane
ik ende weet myzelf geen blijf
mijn schoone, schrale wijf
geensinds scheiden wij
tenzij
zij schoonder is als gij
-ode aan gezellige guido-
-irene & obed-