Verliefd en verblind, en daar sta je dan,
Voor haar deur, in haar tuin, en je voelt je de man.
Niemand kan je iets maken, nu is het moment,
Om te zeggen wat je voor haar voelt, en hoe je over haar denkt.
Dan bel je aan je, hart gaat tekeer,
Je rent weer de tuin uit, want je trekt het niet meer.
Een te grote bek, maar een te klein hartje,
Maakt je liefde een hoge berg, met daarboven je schatje.