Een nieuwe dag
Gevangen in eenzaamheid, in een cel met open deuren
Weg van alle warmte, vervreemd van warme kleuren.
Bang voor de wereld, blind van verdriet.
Ik wil rennen voor mijn vrijheid, maar rennen kan ik niet.
Bevroren staar ik naar buiten, verlangend naar het verleden
Ooit zoveel geluk, toen teveel geleden.
Liefde, zo wild en vrij in het begin
Is nu als een pion in een schaakspel zonder koningin.
Een nieuwe gloed vangt mijn blik, warmte strijkt langs mijn wang.
Hoop doet een poging mij te bevrijden uit mijn gevang
Heel even weer dat gevoel, de frisse wind jaagt door mijn hart
Zou Zij het zijn? Of is ‘t het lot dat mij tart
Met open armen en tranen in mijn ogen, roepend naar het licht
Smacht ik bevend naar het zien van een glimp van je gezicht
Ik sta op de drempel, voor het eerst onzeker op mijn benen
Je hoort me niet.. je kijkt niet terug.. dus klamp ik me weer vast aan de koude stenen
Onverwacht verliefd en nu al verloren
Tegen mijn wil is een nieuwe dag geboren.