straatvuil laat zich schuifelend
oppakken door een zuchtende wind,
er zouden tranen stromen,
als niet alles stil zou staan,
gemoedelijk straalt de zon,
als een doorn in het oog,
beproef ongeordende stilte,
bitter en zuur
bijtend in mijn dromen,
vretend aan ijl geloof,
teken strepen op de muur,
in bordeaux rood,
en strooi een handje vrede,
uit onmacht.