Als je alleen op straat loopt,
En er komen jongens dreigend op je af met een wapen,
alles gaat dan mis, wat je ook hoopt,
het bonkt bij allebei je slapen.
Er komen nog meer raare jongens aangelopen,
Nu sta je helemaal machteloos tussen een grote groep jongens in.
Stil is er een stemmetje naar binnen geslopen,
die zegt: kom op blijf niet staan, dat heeft geen enkel zin.
Maar je staat stijf van angst, je bent eigenlijk al dood.
De jongens duwen en trekken,
net of je een leuk speelgoedje bent.
Het kan me allemaal niks meer schelen, spookt het door je hoofd.
Dan moet er toch ook een zeggen, kom op wees een grote vent?
Nu is het met je gedaan, je ziet allemaal zwarte vlekken
Het moest een schande zijn.
Je kan amper veilig over straat.
Al doen sommige jongens het voor de “gein”.
Het is en blijft een grote misdaad.