Mijn aller eerste studie jaar
Kwam op mij neer als een groot gevaar
En daar stond ie, die verdomde leraar
Het was tegen de natuur wet
Dat men zijn kind in een klas neerzet
Om zo stil te zitten zonder verzet
Een jeugdig kind die zo graag speelt
Wordt hier op school met letters verveeld
Om dan door cijfers te worden beoordeeld
Ik kon het oprecht niet meer aan
Om traag en lerend vooruit te gaan
Zo kwamen zij allen voor mij te staan
Doch ouder geworden weet ik
Dat ik over een wijsheid beschik
Waarmee ik nu alle geleerdheid strik
Het mensdom is zo omgekeerd
Dat zelfs de domste ook is geleerd
Terwijl men de natuur aldoor onteerd
Geloof mij al lijk het een gein
De laatste zal ooit de eerste zijn
Want er staat toch nog iets boven het brein