de wereld lijkt vandaag van porselein
hij vindt zichzelf ook mooi
lacht mij blits en grijnzend uit
de tijd gidst mij door de lange
glazen gangen van zijn uren
die geblindeert zijn, ik zie
de anderen maar zij mij niet
volgelings mank ik mee naar de avond
-verwond in een gezond lichaam-
en huil als een klein en angstig kind uit
in zijn donker kreukloos kleed van kilte
tientallen druppels verdriet
crashen op de papieren vloer
splinteren in woorden
en beelden uit elkaar