Hoezéé
zéé droomdruppel ga je mee naar
s p r o o k j e sland
en dan huppelen of zonbijten rennen of zo
een grote suikerklont bak ik voor jou,
miertje
jajaja en, en we willen
dansen vandaag op Hinkeldag
op geelblauwe tenen in het zandstrandzand
Ik ging naar rode schelpjes duiken in het glasheldere water
dat zo doorzichtig was dat het krakend koud leek nee nee
bloedsteentjes dan vasthouden in jouw hand
om mijn hand - dat de lucht dan witte vliegjes strooide
en reeg een ketting van de schaaltjes van steen
alle mensen één, zodat we met zijn allen nóóit meer
zo jammer jaloers op mij waren.