Wij zijn allen bezig met zo’n aardse zaken:
steeds weer hollen, opgejaagd in een hondse vlucht!
Geen tijd voor ‘t lokkende ontwaken,
nooit luisteren naar het hart dat zucht!
Alsof het ons geen sikkepit kan raken
dat zo’n molen ons ooit vermag te kraken!
Het leven is zó rijk en toch zó triest
als wij nooit eens kunnen laten blijken
dat er meer is dan dat jagen, doldriest.
Wordt ‘t niet stilaan tijd voor een herijken?