Je tuurt haast blindelings voor je uit,
je weet echt niet meer hoe het verder moet,
je kan er totaal niet meer aan uit,
“Aan wat doe ik nu nog goed?”
Je voelt je leeg en uitgeput,
het kan je allemaal gewoon niets meer schelen,
want wat heeft het allemaal nog voor nut,
alles lijkt aan je voorbij te leven.
En opeens sta jij daar met je armen wijd gespreid,
je kijkt me zo lief uitnodigend aan,
en opeens zeg je: “Eeeey lieve meid,
kom eens hier dan geef ik zo’n lekker
zachte knuffel dicht tegen je aan.”
Ik loop vooruit en grijp je stevig tegen mij aan,
mijn tranen kan ik nu niet meer bedwingen,
“Wil je alsjeblief nooit meer weggaan?”,
want alleen kan ik de stormen in dit leven nooit overwinnen.
“Jou zal ik nooit laten vallen, maak je daarover maar geen zorgen”
zeg je met je lieve zachte stem,
“Want jij zit voor eeuwig in mijn hartje geborgen”
“oh liefje, ik ben echt zo blij dat ik je ken!”