De geest in de fles
Koperwanden,
bloedloos en onbuigzaam,
Mijn horizon weerspiegeld mij,
mijn hemelboog loopt uit tot hals,
met lood hermetisch afgesloten.
Als Atlas draag ik mijn heelal,
met rooksubstantie, krachteloos,
Ik beloof drie wensen wie bevrijd,
maar niemand licht de dop.
Echo’ stem spreekt met mijn woord,
geen sterveling die mij aanhoord,
Ik beloof edelsteen en sultanaat,
maar niemand licht de dop.