*dromen*
Gesust door zacht gefluister,
In de rust van deze stille nacht,
Gedreven door de sterren,
wie komt je halen bij volle maan?
In het diepst van dit verlangen,
In de warme klanken van deze droevenis,
En liefde streelt zachtjes jou innerlijke wensen,
Van nooit meer verlaten zijn.
Slaapzacht in het idee van morgen,
Waar gisteren nooit meer vergeten zal zijn,
En de wind die niet meer stilletjes hoeft te wenen,
Want een heerlijke tijd is aangebroken.
Waar je je troost vind in de dromen,
die het je een nog niet begonnen bestaan geeft,
In die puurheid van dit onvermogen,
wil je dit nooit meer loslaten, niet meer teruggaan.
Stil vertrouwen in de zoete woorden,
Waar alle leegtes gevuld zijn met liefdelijkheid,
Vanuit jou hemel wordt gezongen,
In de fantasie dat jij nooit meer huilen zal.
In de kalmte van deze wereld,
Alles wat na de dood zal voortbestaan,
En mijn leven gekleurd zal zijn in de vergiffenis,
dat er nooit meer bloed hoeft te stromen.