Als ik lach,
verberg ik mijn pijn, verdriet, angst.
Mijn angst om jou kwijt te raken.
Steeds weer, elk uur, elke dag.
De angst dat ze je vinden,
met een mes in je hand, liggend op je bed.
Gedachten tollen in mijn hoofd.
Want je hebt het uiteindelijk toch niet gered.
Het mes doordrenkt met bloed.
Een diepe snede in je pols.
Ik snap niet, dat je het op gaf al je moed.
Gedachten tollen door mijn hoofd.
Je zou toch blijven leven? Dat heb je mij beloofd.
Maar zover is het nog niet gekomen.
Gedachten tollen in mijn hoofd.
Je blijft wel leven want dat heb je mij beloofd.