Ik stop al mijn gevoelens in een zwarte doos
En werp ze in het midden van de oceaan
Geen enkele zee is ondiep of bodemloos
Zwijgend als een steen zal ze langzaam ondergaan
Op het deksel schreef 'k mijn allerlaatste gedicht
Onleesbaar door het schuiven van het zoute zand
Veilig voor de storm, onbereikbaar voor het licht
De tijd houdt de sleutel geborgen in haar hand
En mijn ziel is een golf, gedoemd om te zwerven
Het wordt nooit meer stil als je op zoek bent naar rust
Tot ze in de branding als rimpels zal sterven
En met haar ziltheid voor 't laatst het land heeft gekust