We maken soms ruzie en doen elkaar soms pijn,
ongewildt een verkeerd woord of bitse reaktie.
Dit kan echter niet de bedoeling zijn,
want m'n hartje treurt zo als ik je niet zie.
Elk woord dat ik nu zeg moet ik overwegen,
want snel geraakt ben je nu toch wel.
Je zou 't moeten weten dat ik dat niet bedoel,
dat ik je zeker niet kwetsen wil.
Bijna elk gesprek verlaat je me soms toch zo koel,
ben ik niet meer degene die je hartje nog bekoord?
Je hebt me al veel om tijd gevraagd
en telkens stem ik erin toe.
Al schreeuwen mijn gedachten een o zo lelijk kwaad,
toch blijft m'n hartje dat overwinnen en hou ik vol.
De dag van terug gelukkig samen waar ik naar verlang,
hopelijk snel terug aldaar.
Dat kwade in m'n hoofd maakt me echter bang,
maar toegeven mag ik niet.
Al doe je me ongewildt zoveel verdriet,
vergeven doe ik je keer op keer.
M'n hartje verlangt enkel naar jou,
want jij bent de enige waar ik ooit nog van hou.