Verloren in de donkere nacht.
Ving ik toch een glimp van haar op.
Een glimlach weerspiegelde op haar gezicht.
Een verlegen lach die vergeten was.
Een verlegen lach die verloren ging.
De lach verdween in de duistere nacht
zodat hij plaats maakte voor de tranen.
Haar tranen. Enkel van haar.
Haar tranen gingen ook verloren.
Zo ging zijzelf ook verloren.
Ze werd vergeten.
Slechts een enkele herinnering van haar.
Slechts een glimp die je van haar opving.
Het leek alsof ze slechts een illusie was.
Was ze er echt geweest? Of is het écht een illusie?
Met tranende ogen, een blik vol tranen
gaat ze nu door.
Ze gaat door met leven totdat ze helemaal
vergeten en verloren is.
Tot die dag zal ze blijven vechten en niet opgeven
voor wat men van haar denkt.
Al is voor hen slechts een illusie, de herinnering blijft.