Lente, het mooiste seizoen.
De pas ontloken liefde de hartstocht van een zoen.
Al wat je de eerste maal doet is het beste, je kan ‘t nog enkel overdoen.
Gedreven door liefde en passie geleid.
Heeft Pierre zijn Maria voorzichtig verleid.
Zij volgde hem en wat werd er gevrijd.
Zomer, het seizoen dat de rozelaar bloeit.
Als bloemen in ’t licht naar elkaar toe gegroeid.
Zij hebben toen samen een ei uitgebroeid.
Het wonder geschiede een kind werd geboren
Een dochter, een Rita, iedereen moest het horen.
Waaraan Maria en Pierre hun hart waren verloren.
En toen kwam de herfst het seizoen van licht en kleurenspel.
Het gaf hun een blozend kleinkind, mooi, gezond en wel.
En beiden ontfermden ze zich over hem, wat groeide hun Jonhy toch snel.
Want Johny ging toen zijn eigen weg, ja vogels vliegen uit.
Pierre en Maria waren nu alleen en namen dit wijs besluit.
Ooit zaaiden wij voor de oude dag en nu plukken wij het fruit.
De winter met zijn kille zucht, hij bracht niet altijd heil.
Wat ademnood een slechte heup, maar de liefde bleef op peil.
Een troostend woord een tedere blik een ouder paar met stijl.
Er zijn nu vijftig jaar voorbij met voorspoed en met leed.
Zo loopt de voorbestemde weg, de weg die het leven heet.
Maar dat weet Maria en ook Pierre, die toen gezworen eed.
Dat men… al was ’t na honderd jaar… zijn grote liefde nooit vergeet.